De dagen van het hert, door Liliana Bodoc

recensent: Peter Motte

onder auspiciën van De voormalige Tijdlijn en Vertaalbureau Motte

Dit is het eerste deel van een trilogie waarin een vredige wereld bedreigd wordt door kwaadaardige nakomelingen van de Dood, die geen leven had mogen scheppen, maar het toch heeft gedaan.

De Astronomen ontdekken dat de tijd is gekomen waarin de voorspelling over de komst van die kwaadaardige wezens zal worden vervuld. Ze sommeren alle volkeren van die vredige wereld, het Vruchtbare Land, om een afgevaardigde te sturen naar een vergadering in de stad van de Astronomen.

Cucub, een van de boodschappers die op queeste wordt gestuurd om de held van de Husihuïlken op te zoeken, zodat ze samen op queeste naar de stad van de Astronomen kunnen trekken (waarna ze op queeste ten strijde tegen de kwaadaadigen trekken, die zelf op queeste vanover zee kwamen om door het Vruchtbare Land op queeste te trekken - nu ja, dat is eigenlijk "op veroveringstocht", maar ze trekken toch).

Cucub is een Zitzahay, met de "z" van "zeur". Gelukkig beseffen sommige personages dat, zoals blijkt uit de reactie van Kupuka:" 'Praten alle Zitzahays op dezelfde vreemde manier als jij?' antwoordde Kupuka." (p. 122).

Kupuka is een Aardmagiër, een rondtrekkende tovenaar die de neiging heeft om soms op te zich te laten wachten. Je weet vaak niet waar hij uithangt of wat hij uitspookt, maar hij duikt nogal eens op als de nood het hoogst is. Een gewoonte die wel meer tovenaars (witte, grijze, enzovoort) blijken te hebben.

Kupuka moet Cucub niet veel verwijten over zijn manier van spreken, want daarvoor had hij zelf gezegd: "Kom, Cucub, klim er maar op. We gaan naar dat bosje daar, dat hoe schraal ook en hoe weinig schaduw het ook biedt, ons toch een beetje verlichting zal brengen." (p. 122).

Het is geen woordomhaal. Wollig taalgebruik demonstreert het boek ook wel, bijvoorbeeld als er staat "..., deden ze er maar liever het zwijgen toe." (p. 95-96), in plaats van "zwegen ze maar liever". En die uitdrukking wordt nauwelijks drie pagina's later herhaald: "en verkozen er het zwijgen toe te doen" (p. 99).

Eigenlijk is die korte opeenvolging van een overbodig lange uitdrukking tekenend voor het hele boek, en al kan het in dit geval aan de vertaler te wijten zijn, toch denken we niet dat het overal het geval is. Het is niet de vertaler die ervoor kiest om een omstandige uitleg te geven over dat bosje. Evenmin moeten we het de vertaler aanwrijven dat er drie keer wordt uitgelegd wat precies de achtergrond is van de oorlog tussen het Vruchtbare Land en het land van overzee.

Het is ook niet de schuld van de vertaler dat die uitleg al in de inleiding staat.

Het is ook niet de schuld van de vertaler dat Cucub niet al te groot is, en dus wat weg heeft van een dwerg, of... doet denken aan een ander type kortgestuikt wezen uit een andere trilogie.

Het is ook niet de schuld van de vertaler dat de lezer af en toe het gevoel bekruipt dat de auteur holle romantiek in zijn beschrijvingen stopt, zowel van de omgeving als van de personages, allemaal gebaseerd op een vervlakte vorm van de "edele wilde" en van allerlei natuurromantiek.

Het is ook niet de schuld van de vertaler dat de auteur hier en daar wel degelijk boeiende passages heeft neergezet, maar dat die daarna gevolgd worden door een hoop oninteresant geleuter.

Kortom: het is een zoveelste trilogie waarin een wereld belaagd wordt door kwaadaardige krachten, waarin allerlei volkeren zich moeten verenigen om die krachten te bestrijden, waarin tovernaars rondwaren, waarin arenden een belangrijke rol spelen, waarin het kwaad listig is en verdeeldheid zaait, enzoverder.

Maar we moeten dit toegeven: de auteur is erin geslaagd om geen enkel origineel element te bedenken. Als de lezer iets origineels meent te vinden, is dat omdat hij het boek niet kent waaruit het werd overgenomen.

En, ja: er is een kaart.



De sage van het Grensland, deel 1: De dagen van het hert, Liliana Bodoc, 2009, Amsterdam, WB-fantasy, Wereldbibliotheek, met kaart, oorspronkelijk "La Sage de los Confines - Los días del Venado", vertaling: Bob de Nijs, gebonden met omslag, 282 p's, 23,6 x 15,7 x 3 cm, isbn 978-90-284-2306-0

prijs: 19,90 euro

De Tijdlijn * Welkomstpagina


© 2009. Web page developed, translated and maintained by Vertaalbureau Motte Abdijstraat 33 B-9500 Geraardsbergen Belgium e-mail: peter.motte@skynet.be